In Nederland boden in 2018 meer dan 13.000 vrijwilligers laagdrempelige ondersteuning en praktische steun op het gebied van financiële administratie. Dat zijn er alleen maar meer geworden. Mensen met schulden kloppen vaak pas na gemiddeld vijf jaar aan voor hulp, terwijl de schulden dan al hoog zijn opgelopen. Vrijwilligers helpen bij het op orde brengen van de administratie en hebben tijd om een luisterend oor te bieden. Ze spelen een rol in het voorkomen dat grotere problemen ontstaan. De laatste jaren worden vrijwilligers ook steeds vaker ingezet bij hulpvragers met hoge schulden en complexe hulpvragen. Wanneer is de ondersteuning van een vrijwilliger nog verantwoord en wat levert het op?
Alliantiepartner LSTA deed onderzoek naar de rol van vrijwilligers. Het Tijdschrift Schuldsanering publiceerde onlangs een over het onderzoek. Onderzoekers Van Middendorp en De Smet concluderen dat hulpvragers naar verwachting beter worden geholpen als er sprake is van nauwe samenwerking tussen beroepskrachten en goedgeschoolde vrijwilligers. Investeringen in de deskundigheidsbevordering en ondersteuning van vrijwilligers, afspraken met de vrijwilligers over monitoring van trajecten, alsook investeringen in samenwerking kunnen bijdragen aan integrale schulddienstverlening waarbij formele en informele ondersteuning elkaar versterken.
Ook binnen de Alliantie is veel aandacht voor de kwaliteit van vrijwilligers. Om deze te waarborgen worden er gezamenlijke kwaliteitscriteria vastgesteld. Ook wordt gekeken naar de mogelijkheid om (een gedeelte van het) trainingsaanbod van de alliantiepartners met elkaar te delen. Dit alles zal ervoor zorgen dat er vanuit AVS een minimale basiskwaliteit van de aangesloten vrijwilligers kan worden gegarandeerd.
Lees hier het volledige artikel.