Spring naar content

Melek Sucu-Gül is Ambassadeur Schuldhulp bij IOT: “Alleen maar thuis zitten is niet genoeg voor mij”

Melek Sucu-Gül

Toen ze zelf thuis kwam te zitten, nadat ze door ziekte werd afgekeurd, had Melek al snel besloten om zich in te zetten voor anderen. “Alleen maar thuis zitten en boeken lezen is niet genoeg voor mij. Ik ben graag nuttig en die sociale contacten zijn voor mijzelf ook belangrijk. Ik vond het zo erg toen ik moest stoppen met mijn eigen werk. Vrijwilligerswerk past goed bij mij. Ik kan zelf mijn tijd indelen. Zo kan ik goed aansluiten bij hoeveel energie ik heb. Ik ben actief in mijn eigen wijk in Schiedam. Dat is ideaal.”

In contact blijven is een uitdaging

Melek Sucu-Gül is Ambassadeur Schuldhulp bij alliantiepartner IOT. Daarnaast is ze ook actief als vrijwilliger bij Humanitas. Ze is vanuit de alevitische koepelorganisatie “Hak Der” betrokken bij IOT. In Schiedam is een grote alevitische gemeenschap, een religieus-humanistische stroming. Melek vertelt: “Normaalgesproken nodigen we mensen uit op het bureau van het Wijkondersteuningsteam (WOT), om ze te spreken. Maar door corona waren de instanties dicht en de verenigingen gesloten. En mensen zijn bang om besmet te raken. Het is een uitdaging om in contact te blijven.”

Taboe op schulden

“Je ziet dat er een taboe rust op schulden. Daarover praat je niet met mensen buiten je familie, vanwege je eer en de eer van je familie” vertelt Melek. “Je vraagt geen hulp, je lost het op binnen de familie. Zo ging dat vroeger. Nu is er sprake van individualisme. Mensen moet zich maar zelf zien te redden. Maar om hulp kunnen te zoeken moet je wel de Nederlandse taal beheersen. Dat is een drempel.”

Melek legt met een voorbeeld uit hoe het kan misgaan. “Er was een vrouw die kwam voor hulp. Haar man zat in de gevangenis. Zij sprak geen Nederlands, en zat door de hele situatie in de schulden. Ze kwam niet in aanmerking voor een toeslag, omdat alles op naam van haar man stond. Vervolgens wordt ze geholpen door iemand uit de buurt die zelf wel een beetje Nederlands kan, maar met een verkeerd advies. Zo raakte ze verder in de problemen en kon ze geen kant op. Daarom is goede hulp en goede kennis van het Nederlands zo belangrijk. En van hoe het werkt in Nederland met formulieren en instanties.”

Ik ben geen zorgbureau

Melek ondersteunt zelf een aantal mensen bij hun thuisadministratie. Daarnaast tolkt ze ook voor anders hulpvragers bij het WOT en bij Humanitas. “Mensen willen graag hulp en een luisterend oor. En het liefst van iemand die hun taal spreekt.”

“Ik heb nu wel de coördinator van Humanitas gevraagd om niet te veel een beroep op me te doen. Ik heb gemerkt dat sommige hulpvragers – als ze je eenmaal kennen – je gaan claimen, en met al hun andere vragen ook naar je toekomen. Ik probeer te doen wat binnen mijn kracht ligt om mensen te helpen, maar ik ben natuurlijk geen zorgbureau of beroepskracht. Ik help nu al negen hulpvragers tegelijk. Meer gaat niet.” Maar sommige mensen kunnen nergens anders terecht voor hulp. Melek heeft ze haar telefoonnummer gegeven. “Zo kan ik ze via Whatsapp helpen, dan vertaal ik een brief voor ze, of stel ze gerust. De wijkcentra en buurthuizen zijn zo lang dicht geweest, door corona. Dat is geen goede oplossing. Mensen zijn gewend dat ze terecht kunnen bij de inloop. Een afspraak maakt de drempel te hoog voor ze.”

Geef tijd aan je naaste

Melek is duidelijk over haar motivatie om vrijwilligerswerk te doen. “Ik zie hoe wanhoop mensen kapotmaakt. Dan denk je: “wat kan ik doen om te helpen?” Het is goed om niet alleen met jezelf bezig te zijn – reik de ander de hand en geef wat van je tijd aan je naaste. Dat soort dingen vind ik belangrijk. En het is voor kinderen en jongeren ook belangrijk om goede voorbeelden te zien. Iets vrijwillig doen kan ze helpen ontdekken wat ze willen worden. Je bouwt zo ook nog aan je netwerk en je doet nuttige ervaring op.”

Gratis hulp

Georganiseerd vrijwilligerswerk zoals dat in Nederland is ingericht, is toch een relatief onbekend concept binnen de Turkse cultuur, vertelt Melek. “Mensen zijn dat niet gewend. Je doet wel iets voor je familie. Maar voor mensen die je niet kent? “Je krijg geen vergoeding, maar met alle voorwaarden en eisen lijkt het wel werk,” zeggen mensen, “Hoezo moet dat gratis?” Ze redeneren dan: “voor wat, hoort wat.” Ze geloven me soms bijna niet, dat ik deze hulp vrijwillig biedt. Maar als je je grenzen goed bewaakt, kan je echt wel wat betekenen voor anderen.” En als laatste tip van Melek: “Bemoei je als vrijwilliger niet met familiekwesties. Daar komt gedoe van.”

IOT en Humanitas zijn onze alliantiepartners. Ook partner worden?

Scroll naar boven