Spring naar content

Intermediairs van SMN en IOT kunnen aan de slag na succesvol verlopen trainingen


Het SMN organiseerde in de achterliggende tijd trainingen voor Marokkaans-Nederlandse intermediairs. Deze intermediairs vormen een schakel tussen hulpvragers met een migratieachtergrond en (vrijwillige) schulphulpverleners. De hulpvragers en hulpverleners kunnen een beroep doen op deze intermediairs bij taalproblemen en/of cultuurverschillen. 

Drempels overwinnen

Het doel van de trainingen is de intermediairs bekend maken met (vrijwillige) schuldhulp. De Turks-Nederlandse intermediairs van alliantiepartner IOT volgden een soortgelijke training. De trainingen zijn erop gericht dat de intermediairs ervaren welke drempels hulvragers moeten overwinnen om hulp te zoeken. Want mensen praten niet graag over hun schulden. Sterker nog, veel mensen doen er alles aan om hun (problematische) schulden te verbergen voor hun omgeving. Trainer Farley Heijdoorn (van BuroVAT) maakt dit voor de deelnemers duidelijk aan de hand van bestaande theorieën over de werking van menselijke brein. Zijn presentatie, waarin hij ook zijn eigen verhaal deelde, maakte diepe indruk op de deelnemers. Farley heeft zelf jarenlang met grote schulden gelopen. 

Geneigd om oordeel uit te spreken

Na de presentaties over (vrijwillige) schuldhulp, oefenden de deelnemers met het voeren van gesprekken met hulpvragers. Dit blijkt een groot uitdaging. De deelnemers zijn eerder geneigd om een oordeel uit te spreken dan stimulerende vragen te stellen aan de hulpvragers. 

Bij het nabespreken van deze oefening geeft de trainer voorbeelden van vragen die ten alle tijd vermeden moeten worden. Hij bespreekt deze vragen aan de hand de ‘dramadriehoek’. De intermediair en de hulpvrager kunnen verschillende rollen aannemen: 

  • Aanklager: stelt beschuldigende en kleinerende vragen, bijvoorbeeld: ‘Waarom maak je (zo veel) schulden?’
  • Redder (met alle goede bedoelingen), beslist graag voor de ander/ wil té graag helpen: ‘Je moet dit of dat doen.’
  • Slachtoffer: Miskent de mogelijkheden van de ander tot actie te komen: alles laten regelen door de hulpverlener.

Farley benadrukt dat de hulpvragers moeite hebben met hulp door een ‘aanklager’ of ‘redder’ of als ‘slachtoffer’ achterover gaan leunen. De hulpvragers komen niet verder en zullen geen controle krijgen over hun eigen situatie. 

Gesprek stimuleren

De intermediairs krijgen tips hoe zij het gesprek wel kunnen stimuleren en de hulpvrager laten werken aan de verandering van de eigen situatie. De intermediairs dienen: 

  • De autonomie van de hulpvrager te erkennen: Gesprekken beginnen met: ‘Mag ik wat vragen waar aan jouw geld uitgeeft?’ ‘Mag ik vragen waarom je de auto houdt?’ ‘Vind je het goed als ik dit of dat vraag?’ Betrokkenheid tonen.
  • Tonen van de betrokkenheid met de hulpvrager tonen: ‘Wat doet dit met jou?’ ‘Wat betekent dit voor jouw gezin/ jouw kind?’
  • Competenties van de hulpvrager aanspreken: Eerst de competentie van de hulpvrager aanspreken en daarna hulp aanbieden. Bij het maken van de afspraken, stel je de vraag: ‘Gaat het jou lukken?’ ‘Heb je ergens ondersteuning bij nodig?’

Het gaat erom dat de hulpvrager wordt gestimuleerd om zelf kleine stapjes te zetten. Niet beginnen met grote opdrachten. 

De deelnemers zijn zeer te spreken over te trainingen. Zij geven aan dat zij veel hebben aan de informatie en praktische tips. Zij waren onder de indruk van de persoonlijke verhalen van Farley en Emine Alp. Emine had zelf schulden en name deel aan de training als ervaringsdeskundige. 

Praktische informatie 

De getrainde SMN-intermediairs komen uit: 

  • Alkmaar
  • Amsterdam
  • Arnhem
  • Den Haag
  • Eindhoven
  • Haarlem
  • Nieuwgein
  • Rotterdam
  • Schiedam
  • Sittard-Geleen
  • Utrecht
  • Venlo

De contactgegevens van de Marokkaans-Nederlandse intermediairs zijn te verkrijgen bij 
Habib Elkaddouri, adviseur van het bestuur van het SMN (info@smn.nl).

Scroll naar boven